Evarist de Geyter (1865-1939), geboren in het Oost-Vlaamse Eke, kwam uit een arm gezin. Op jonge leeftijd diende hij al de kost te verdienen als dagloner. Tussen 1886 en 1889 trok hij vier jaar lang als seizoenarbeider of ‘Fransman’ naar het noorden van Frankrijk. In 1890 kon een gelukkige Evarist als spoorwegarbeider aan de slag. In 1909 verhuisde De Geyter met zijn gezin naar Kortrijk.
Na de Duitse inval van augustus 1914 vertrokken zijn twee zonen naar het front. Via een contactpersoon werd vader De Geyter door de Britten als spion gerekruteerd. Dankzij zijn functie bij de spoorwegen kon hij hen waardevolle inlichtingen verschaffen. In de herfst van 1917 vloog hij echter tegen de lamp. Het Duitse krijgsgerecht veroordeelde hem tot de dood met de kogel. Dat hij niet gefusilleerd werd, had De Geyter wellicht te ‘danken’ aan de dood van zijn enige dochter. Zij kwam om tijdens een Brits bombardement op Kortrijk. Hij werd begenadigd en naar Duitsland gedeporteerd. Na de oorlog werd Evarist de Geyter herhaaldelijk als Belgisch patriot en weerstander gehuldigd.
Deze verzorgd uitgegeven memoires zijn omwille van twee redenen waardevol: levensherinneringen van iemand, die tijdens de vooroorlogse periode “Arm Vlaanderen” aan den lijve ondervond, zijn zeldzaam te noemen. Daarnaast gebeurt het niet vaak in onze contreien dat iemand in geuren en kleuren beschrijft wat hij allemaal beleefde onder de eerste Duitse bezetting. Daarenboven ontpopt de auteur zich tot een boeiend verteller. Het nadeel van memoires is wel dat ze pas jaren na datum tot stand kwamen. Maar De Geyter schreef zijn herinneringen neer aan de hand van zijn bewaard gebleven gevangenisbriefwisseling.
Voorzien van illustraties en verhelderende voetnoten; een register ontbreekt echter. Alvast een interessante tijdsdocument dat past in het kader van 1914-2014.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten